Home >> Montessori-onderwijs >> Tijnje
Zoek en vind uw onderwijsaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio

OBS DE MIENSKIP

Groenkamp 3
9285 SZ, BUITENPOST
Telefoon: 0511-542021
meer info >>
19.7Km


Montessori-onderwijs informatie

Inhoud

Montessorionderwijs is het onderwijs volgens de grondslagen van Maria Montessori.

Maria Montessori bezocht Nederland voor het eerst in 1914, kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Bij die gelegenheid werd zij ook naar de school van Jan Ligthart in de Haagse Schilderswijk gebracht. Twee boeken van Maria Montessori hebben in Nederland een grote verspreiding gekend: de Methode, in het Nederlands verschenen in 1916, en Zelfopvoeding (1916), voor het eerst in het Nederlands verschenen in 1922. Beide boeken hebben sterk bijgedragen aan de verspreiding van het montessorionderwijs in Nederland. Het eerste legde de basis voor het montessori kleuteronderwijs, het tweede voor het montessori lager onderwijs. Wat het onderwijs voor de allerjongste kinderen betreft, werd zij in Nederland alleen voorgegaan door Elise van Calcar (1822-1904), die hier de ideeën en methoden van Friedrich Fröbel propageerde.

In de Methode werden meteen al in de eerste Nederlandse drukken veel foto's opgenomen van klasjes en materialen. Ook van het eerste Haagse montessoriklasje (1916). Die foto's moeten belangrijk bijgedragen hebben aan de omarming van haar ideeën door Nederlandse vrouwen. Dat kinderen de werkjes, waarvan Montessori een deel zelf ontworpen had en een deel van anderen had overgenomen, op de grond zittend en geconcentreerd konden maken, dat die kinderen vrij waren hun werkjes te kiezen, al naar gelang hun individuele ontwikkelingsstadium, het waren voor die tijd revolutionaire vernieuwingen.

De kern van het montessorionderwijs wordt meestal samengevat in haar uitspraak: "Help mij het zelf te doen". Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen door de juiste omgeving en materialen te bieden.

In Nederland is in de loop der jaren een groot aantal montessorischolen gesticht, ook voor leerlingen in het voortgezet onderwijs, van VBO tot Gymnasia. Veel Pedagogische Akademies (pabo's) kregen speciale opleidingen tot montessori-leerkracht. De fabriek die de oorspronkelijke montessori-materialen maakt en over de hele wereld exporteert, staat ook in Nederland: Nienhuis in Zelhem.

Zelfstandig

De kern van het montessorionderwijs wordt meestal samengevat in de uitspraak: "Help mij het zelf te doen". Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen door de juiste omgeving en materialen te bieden.

De leerlingen werken individueel of in kleine groepjes aan materiaal dat zij zelf aan het begin van de dag gekozen hebben. Dat materiaal is oorspronkelijk door Maria Montessori ontworpen. De leerkracht observeert de activiteiten van kinderen, om erachter te komen waar zij behoefte aan hebben, en reikt dan materiaal aan om in die behoefte te voorzien.

Gevoelige periode

Maria Montessori meende dat er al tijdens de eerste levensjaren een enorme energie en actiedrang in het kind aanwezig is. Het wordt vanuit zichzelf gemotiveerd om zich te ontwikkelen en om te leren. Dat uit zich in een spontane belangstelling van kinderen. De onderwerpen van die belangstelling verschillen per kind en veranderen in de loop van de tijd. Dit betekent dat kinderen kortere of langere perioden ontvankelijk zijn voor bepaalde leergebieden. Als het kind zich in zo'n "gevoelige periode" bevindt, is het in staat op dat moment een functie zeer intensief te ontwikkelen. Het is de taak en de deskundigheid van de leerkracht om op deze gevoelige perioden adequaat te reageren, door het juiste materiaal in de juiste omgeving aan te bieden. Leerkrachten op een montessorischool zijn speciaal hiervoor opgeleid.

Verschillende leeftijdsgroepen

In een montessoriklas zitten altijd drie leeftijdgroepen leerlingen door elkaar. Volgens Maria Montessori is dit essentieel voor een harmonische ontwikkeling. Ook in een gezin is een kind omringd met oudere en jongere kinderen. Het geeft kinderen bovendien de kans zich te spiegelen aan anderen. Ieder kind is dus een periode de jongste, de middelste en de oudste. Die klassen worden onderbouw, middenbouw en bovenbouw genoemd.

Montessorimateriaal

In de klas wordt gebruikgemaakt van speciale leermaterialen, die speciaal afgestemd zijn op de leeftijd van de kinderen in de verschillende bouwen. In het begin gaat het vooral om ontwikkelingsmateriaal, later ook om didactisch materiaal. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zintuiglijk materiaal (wordt vooral in de onderbouw gebruikt), taal- en rekenmateriaal (in moeilijkheid oplopend van onder- tot bovenbouw) en materiaal ten behoeve van het kosmische onderwijs.

Zelf-evaluatie

Een kenmerk van montessorimateriaal is dat het kind zelf fouten kan herstellen doordat het zo is ontworpen dat het kind zelf merkt dat het iets niet goed doet. Daarnaast is het materiaal zo ontworpen dat steeds één eigenschap centraal staat. Als het om bijvoorbeeld optellen gaat, speelt niet ook nog een andere vaardigheid een rol.